FD: Hoe DENS de bouwplaats veroverde met mierenzuur
Gepubliceerd op maandag 01 januari 2024 door DENS
Het jaar 2023 was een mijlpaaljaar voor DENS. De schone generatoren en batterijen van de start-up zijn inmiddels op menig bouwplaats te vinden. Symbolisch was de verhuizing van DENS naar het grote pand dat zonnewagenbouwer Lightyear achterliet. Topman Max Aerts (32) blikt terug op de hobbelige weg naar succes.
Precies een jaar geleden was het zover. In die eerste week van januari 2023 betrok Dens een enorme witte tent op de Automotive Campus in Helmond. Techneuten van de start-up sleutelden aan accu’s en generatoren die draaien op hydrozine, ook wel mierenzuur genoemd, een duurzaam alternatief voor diesel. ‘Niet ideaal zo’n tent, maar wel werkbaar’, blikt de jonge ceo van de start-up, Max Aerts (32), terug. ‘We moesten toch iets doen. Dus kachels erin, warme truien aan en gaan.’
Het was een noodverhuizing. Dankzij de stikstofcrisis was Dens in een groeispurt terechtgekomen. Ineens was er vraag naar graafmachines, kraanwagens en ander zwaar materieel dat geen vervuilende stoffen uitstootte. Zeker nadat de bouwvrijstelling voor stikstofuitstoot eind 2022 was ingetrokken. Sindsdien mag er alleen gebouwd worden als zeker is dat kwetsbare natuurgebieden geen schade oplopen.
‘De stikstofcrisis heeft natuurlijk voor enorme ellende gezorgd, maar het heeft ons wel een boost gegeven’
aldus Aerts. Tot dan toe gebeurde er nauwelijks iets aan duurzaamheid in de bouw. Nu is iets wat eerst alleen wenselijk was, ineens noodzaak. Bij veel grote projecten is het: bouw emissievrij of bouw niet.’ En Dens biedt precies voor dat probleem oplossingen, met schone generatoren en accu’s die grote machines van stroom kunnen voorzien op plekken waar geen stroom is. Alleen: waar moesten ze al die accu’s en generatoren in elkaar zetten? Hun oude pand was met 800 m2 veel te klein. Aerts: ‘We wilden een nieuwe locatie op de campus bouwen, maar liepen tegen het volle elektriciteitsnet aan.’ Ook elders in de omgeving kon de start-up geen grote stroomaansluiting krijgen. ‘We zaten echt vast.’ Zo belandde het bedrijf midden in de winter in een tent.
Verhuizen
En toen ging Lightyear eind januari failliet. Hollands lievelingsbedrijf moest 600 werknemers ontslaan en de productie van hun zonneauto’s staken, terwijl ze koortsachtig op zoek waren naar nieuwe investeerders met diepe zakken. In april wist Lightyear in een zeer afgeslankte vorm door te gaan, maar ze hadden die mooie, ruime productielocatie, zo’n 100 meter van DENS, niet meer nodig. Zo bleek de implosie van de ene groene start-up een zegen voor de andere. Half mei kon Dens zijn intrek nemen in het pand van Lightyear. Het enige dat nu nog aan de hippe autobouwer doet denken, is een scheidingswand tussen de productiehal en de kantine waarop de zonneauto staat afgebeeld. ‘Een kleine reminder van wat er mis kan gaan,’ zegt Aerts terwijl hij een rondleiding geeft door de productieruimte. In plaats van futuristische auto’s worden hier nu aggregaten aan elkaar gesleuteld. Van buiten lijken ze op een gemiddelde zeecontainer, maar al snel wordt duidelijk hoeveel techniek er in die witte dozen zit. De tour voert je langs een soort supergeavanceerde meterkasten en andere elektrotechnische hoogstandjes in aanbouw. In het lab waar Dens scheikundig onderzoek doet, staan glazen kolven in teststands met talloze snoeren en draden.
Het best bewaarde geheim
Aerts wijst naar een kolf met daarin een zwarte substantie die doet denken aan cola. ‘Dit is het geheim van de smid’ Het zwarte spul is de katalysator. ‘Als je daar mierenzuur in spuit, wordt dat omgezet in groene waterstof, die vervolgens in onze generatoren in een brandstofcel weer wordt omgezet in elektriciteit. Zo kunnen er weer zware machines op draaien,’ legt Aerts uit. Het is deze techniek die Dens uniek maakt.
Het proces dat Aerts beschrijft, gaat wel degelijk gepaard met veel energieverlies. En het is ook niet goedkoop. ‘Als je op de bouwplaats alleen een goede stroomaansluiting hebt, kies je ook niet voor onze oplossing. Het is te duur. Als de bouwplaats heel dicht bij een laadpunt ligt waar de grote elektrische machines kunnen opladen, nee. Dan kun je met grote accu’s heen en weer rijden. Maar dat is vaak niet het geval. Dan komen partijen naar ons toe.’
Die partijen zijn grote bouwers zoals Heijmans. De systemen van Dens werden vorig jaar gebruikt bij de renovatie van de Tweede Kamer, maar stonden bijvoorbeeld ook op het festival van zeilevenement The Ocean Race in Denemarken. Het personeelsbestand ging van 50 naar 94, de omzet vertienvoudigde en het bedrijf boekte voor het eerst in het derde kwartaal een positief bedrijfsresultaat. ‘Het was echt een jaar van mijlpalen,’ zegt Aerts.
Naïeve dromer
Wat in 2015 begon als een studentenproject, is nu een volwaardig bedrijf. En eigenlijk ook geen start-up meer, maar een scale-up. Die weg was niet makkelijk, blikt Aerts terug. ‘We hebben vaak onze neus gestoten.’
In 2018 had een studententeam van de Technische Universiteit Eindhoven de techniek zo ver ontwikkeld dat ze voor de keuze stonden: stoppen of commercieel worden. Aerts was al drie jaar niet aan studeren toegekomen, dus voor hem was de keuze snel gemaakt. Samen met compagnon Tijn Swinkels richtte hij DENS op.
‘Wat in het lab werkte, moesten we vervolgens op een 50.000 keer grotere schaal testen. Dan blijkt dat er in de literatuur dingen staan die in de praktijk heel anders werken. Dat is een fase waar je doorheen moet. Je valt op je gezicht en staat weer op. Gelukkig ben ik een naïeve dromer. Daarom heb ik er geen moment aan gedacht om te stoppen.’
Ook niet toen het echt slecht ging. Zoals in 2021 toen ze voor het eerst aan vier betalende klanten moesten leveren. ‘Vlak voor de leverdatum kwamen we erachter dat een onderdeel van de kerntechnologie een levensduur had van slechts een paar honderd uur. Veel te kort. Het was een drama.’ Ze kregen een jaar uitstel. En toen ging er technisch weer iets mis. Aerts kan er nu om lachen, toen helemaal niet. ‘Het had het einde van ons bedrijf kunnen zijn. Het is nog steeds nieuwe technologie, het gaat niet in één keer goed.’ Gelukkig waren dit keer maar een paar kleine aanpassingen nodig. In 2022 stond het eerste werkende aggregaat in het veld. ‘Een euforisch moment.’
Financiële tegenslagen
Zeker omdat het bedrijf financieel ook al een paar keer aan een zijden draadje hing. De eerste financieringsronde was soepel verlopen.
Als studententeam hadden ze flink wat ophef veroorzaakt, waarbij ze onder andere de Rabobank en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij aan boord haalden. Begin 2020 stonden Aerts en Swinkels op het punt om een nieuwe kapitaalronde te ondertekenen toen de coronapandemie uitbrak. Investeerders gingen op de rem staan. ‘We waren bijna een jaar bezig met die deal en ineens was alles onzeker.’
De financiers wilden noodplannen zien. En daarna nog meer plannen. Het was een tijd van slapeloze nachten. Ze zaten bijna zonder geld. ‘We waren nu ook verantwoordelijk voor werknemers met gezinnen. Dat spookt dan constant door je hoofd. En je wilt je droom waarmaken, het is geen hobbyproject!
Op een gegeven moment zei Aerts tegen de investeerders: we kunnen zoveel plannen maken als jullie willen, maar over een maand heeft het geen zin meer. Dan moeten we iedereen ontslaan.’ De boodschap kwam over en de deal kwam net op tijd rond. Nauwelijks bekomen van de stress, was de volgende financieringsronde alweer nodig. Dit keer wilde Kees Koolen erbij, rijk geworden met Booking.com en nu groot investeerder in groene technologie met Koolen Industries. Aerts en zijn compagnon wilden hem erbij hebben. Dat zou rust en stabiliteit geven. Maar een investeerder die wilde uitstappen, weigerde. ‘Deze partij wilde anderhalf keer de aanbetaling terug. Veel meer dan was afgesproken.
Opnieuw dreigde een financieringsdeal op het laatste moment te mislukken. Opnieuw had Aerts amper een maand aan contanten op de bank staan. Uit wanhoop besloten hij en Swinkels het geld uit eigen zak te betalen. ‘Geld dat we nog moesten verdienen. We hadden onszelf dat jaar nog geen cent uitgekeerd. Dat betekende dat we een jaar lang geen salaris zouden krijgen. Hij haalde zijn schouders op. ‘Als je iets wilt bereiken, moet je die pijn nemen.’ Hoe onderhielden ze zichzelf? ‘We hadden heel veel geluk met onze ouders. En van € 1000 per maand kun je toch prima rondkomen als je 24/7 met de zaak bezig bent.’
Hoe het nu met ons gaat? ‘Ik probeer niet meer altijd op zondag naar de zaak te komen.’
Lees dit artikel op de website fd.nl
Tekst: Eva Rooijers
Fotografie: Rene van der Hulst